Voor provincie Flevoland wordt 2026 een bijzonder en feestelijk jaar. Op 1 januari barst het lustrumjaar los en vieren we op meerdere momenten en manieren ons veertigjarig bestaan. Wij Flevoland. Gevormd uit de zee en gebouwd met lef. In provincietermen zijn we als veertigjarige nog steeds een jonkie (met een eeuwenoude historie), maar de voorbije decennia hebben we meer dan eens laten zien wat de kracht van Flevoland is: wij zijn pioniers met innovatieve ideeën en blijven steeds in beweging. Daar zijn we trots op.
Het begrotingsjaar 2026 is het derde jaar van deze bestuursperiode, het laatste volledige jaar. Als college zijn we goed op weg. We blijven koersvast, met oog voor wat er speelt in de samenleving en met ruimte voor nieuwe inzichten. Deze begroting weerspiegelt onze ambities én onze verantwoordelijkheid: om te blijven investeren in wat werkt, bij te sturen waar nodig en samen met onze partners te bouwen aan een sterke, veerkrachtige provincie .
Zoals het pioniers betaamt, denken wij niet in beperkingen, maar zoeken we altijd naar mogelijkheden en kansen. Met de maatschappelijke uitdagingen die op ons bordje liggen, komt die eigenschap beter van pas dan ooit. Taaie dossiers als het woningentekort, stikstof en netcongestie spelen ook in 2026 nadrukkelijk op en vergen van een ieder een lange adem. Het zijn voorbeelden van opgaven waarvoor geen eenvoudige oplossing bestaat.
Factor van belang daarbij is dat we in het derde jaar van de Statenperiode 2023-2027 opnieuw zijn geconfronteerd met politieke onzekerheid vanuit Den Haag. Bij het schrijven van deze Programmabegroting 2026 zijn de nieuwe Tweede Kamerverkiezingen aanstaande. Hoewel na de val van het kabinet Schoof slechts enkele onderwerpen controversieel zijn verklaard, is evident dat de demissionaire status de voortgang in tal van dossiers in de weg staat.
We zetten ons desondanks onverminderd in voor een mooier Flevoland. Uiteraard doen we dat niet alleen. Vanuit Samen maken we Flevoland zijn we gewend om gezamenlijk op te trekken met onze regionale partners. Voor de integrale uitvoeringsaanpak landelijk gebied slaan we de handen daarom ineen met medeoverheden, terreinbeherende organisaties én agrarische organisaties. We zoeken nadrukkelijk de samenwerking over de volle breedte. Datzelfde geldt voor de nieuwe Omgevingsvisie. In 2026 leggen we een ontwerp-Omgevingsvisie voor aan Provinciale Staten die niet louter vanuit het provinciehuis is geschreven, maar in verschillende fasen is besproken met andere overheden, maatschappelijke partners en onze inwoners. Flevoland en de Flevolanders verdienen deze wederzijdse betrokkenheid. Het is ook een logisch uitvloeisel van het coalitieakkoord. Een van de opdrachten die dit college vanuit het coalitieakkoord opgelegd heeft gekregen is immers het vertrouwen terugwinnen van de kiezer, onze inwoners. Dat kan alleen door elkaar op te zoeken en naar elkaar te luisteren.
Vanuit onze ontstaansgeschiedenis zijn wij gewend bij te dragen aan maatschappelijke opgaven. Daar willen we onverminderd mee doorgaan. De komende 25 jaar komen er in onze provincie minimaal 100.000 huizen bij (woningvoorraad nu: 188.000). Zoals wij altijd benadrukken, creëren we met het bouwen van huizen alleen geen vitale samenleving. Daarvoor hebben we voldoende banen en opleidingsmogelijkheden nodig, een goede bereikbaarheid, recreatiemogelijkheden, natuur en voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn in zowel de stad als het landelijk gebied.
Als grootste man made -land ter wereld zit innoveren en experimenteren in het Flevolandse DNA verankerd. Wij zijn gewend om oplossingen te bieden voor landelijke uitdagingen. Wij kunnen en willen de proeftuin en groeimotor zijn van Nederland op het gebied van economie en energie. Onze oproep aan het nog te vormen kabinet is dan ook helder: Investeer in onze fysieke en digitale infrastructuur en geef ons experimenteerruimte, dan ontwikkelt Flevoland de oplossingen voor de grote knelpunten waardoor de maatschappelijke transities vastlopen. Al veertig jaar geldt: Als het ergens kan, is het in Flevoland!