Algemeen
5.1 Algemeen
Samen met de ambtelijke organisatie werken Gedeputeerde Staten (GS) aan de uitvoering van de opdrachten van Provinciale Staten (PS). De accenten voor deze bestuursperiode zijn verwoord in de afspraken tussen de fracties van de coalitie in Toekomst voor het nieuwe land. Van voor en door Flevolanders. De inwoners van deze provincie en de opgaven die zij dagelijks in de leefomgeving ervaren, moeten bepalen waaraan politiek, bestuur en organisatie iedere dag mee bezig zijn. Dit vraagt van de organisatie niet alleen dienstbaarheid aan de vragen van vandaag, maar ook lijnen uitzetten en voorstellen doen om de koers te bepalen: dat is de ontwikkelingsrichting voor Flevoland en haar inwoners. Dit vraagt een organisatie die niet alleen in staat is vandaag adequaat te handelen, maar ook om zich te oriënteren op en zich aan te passen aan de vraagstukken, ambities en doelen voor de komende jaren en generaties van Flevolanders. College en directie bouwen voortdurend aan z'n organisatie.
Een aantal ontwikkellijnen zijn in ieder geval te onderscheiden: enerzijds de manier waarop we ons werk doen, met de Flevolanders als uitgangspunt en met hun actieve betrokkenheid waar dat mogelijk is; anderzijds de inhoudelijke kant: concrete resultaten die we willen realiseren. Deze aspecten weerspiegelen de behoefte in Flevoland – net als elders in Nederland – aan een andere aanpak van de overheid. Daarnaast zien we een ontwikkeling in de wijze van werken, waarbij de provincie niet solitair, maar steeds vaker in samenwerking met partners en in netwerkverband aan de ontwikkeling van Flevoland bouwt.
Werken aan maatschappelijke vraagstukken leiden tot andere organisatie
Er is behoefte aan een overheid die haar inwoners en ondernemers serieus neemt, betrekt bij beleid en uitvoering, en werkt vanuit het principe: van, voor en door de samenleving . Deze oriëntatie op de inwoners sluit aan bij de geest van de Omgevingswet. De toepassing van deze wet is verankerd in de werkwijze van onze organisatie en biedt allerlei toepassingsmogelijkheden in de ontwikkeling en uitvoering van beleid en projecten. Bestuur en politiek bepalen de ruimte en invulling daartoe. Zo bouwen we aan vertrouwen tussen overheid en samenleving – niet alleen bij grote maatschappelijke opgaven, maar ook bij kleinere, alledaagse kwesties. Over participatie hebben PS de afgelopen jaren beleid vastgesteld, dat in 2026 verder wordt doorontwikkeld. Wat deze inzet betekent voor onze manier van werken vraagt de aandacht van bestuur en organisatie. Daarom wordt nagedacht over de veranderingen die op korte en lange termijn hiervoor nodig zijn. En het is bepalend voor de kwaliteiten die moeten worden versterkt binnen de organisatie.
Voor de organisatie betekent dit een fundamentele verandering in denken en doen. Een organisatieverandering kost tijd om te realiseren en is een langdurig traject wat zorgvuldig ingezet moet worden. Niet langer is het leidend wat de provincie traditioneel als haar taak ziet, maar wat de samenleving als urgent beschouwt. Dit kan betekenen dat vertrouwde activiteiten worden afgebouwd ten gunste van andere, urgente opgaven.
Resultaatgericht vraagt ander gedrag van de organisatie en een ander van werken en leidinggeven. De focus ligt meer op welk resultaat leveren we op en welke inzet denkend aan capaciteit en middelen is daarvoor nodig. In 2026 krijgt dit proces nog meer vorm en zal de organisatie zich voorbereiden op de volgende bestuursperiode. We stellen ons de vraag: hoe zien inwoners hun leefomgeving, nu en in de toekomst? Welke opgaven moeten nú worden opgepakt?
Deze sturing op resultaten sluit aan bij het opgavegericht werken. Dat is een manier van werken om als overheid betekenisvol te zijn in een dynamische omgeving. Deze werkwijze betekent:
- Maatschappelijke opgaven vormen het uitgangspunt;
- De provincie werkt samen met relevante partners op basis van gedeelde belangen;
- Er wordt ruimte geboden voor uitvoering, met minder sturing op processen en meer op resultaat;
- De betrokkenheid van de provincie wordt bepaald door haar toegevoegde waarde;
- De sturing richt zich niet op de inzet van mensen en middelen maar heeft de focus op resultaten en
maatschappelijke effecten en daarbinnen de toegevoegde waarde van de provincie;
- De provincie is transparant is wat zij doet.
Zoals hiervoor is aangegeven verandert de manier van werken door de vraag van Flevolanders centraal te stellen.
Kwalitatief , om de verbindende rol goed te vervullen en draagvlak te creëren. Kwantitatief , omdat de complexiteit en omvang van het werk toenemen. Dit komt door de groei van Flevoland, mondigere inwoners, en de intensieve samenwerking die veel tijd en inzet vergt. Denk bijvoorbeeld aan de toename van WOO-verzoeken. Door te sturen op opgaven en resultaten werkt de organisatie niet langer sectoraal, maar concernbreed. De programmabegroting voor 2026 is dan ook integraal voorbereid, met gezamenlijke keuzes over wat realistisch en haalbaar is.
Ook wordt gezien dat opgaven steeds vaker in samenwerking of in een netwerkverband op regionale schaal worden opgepakt. Niet als doel op zichzelf maar als instrument om ambities te realiseren. Inwoners en het Rijk kijken naar regio’s voor concretisering en uitvoering. De Strategische Agenda Flevoland, het Ruimtelijk Arrangement en de fysieke leefomgeving die in een Omgevingsvisie wordt vastgelegd worden steeds meer op regionale schaal uitgewerkt. Dit vraagt om goede kaderstelling, heldere doelen en beoogde resultaten, ruimte en daarmee vertrouwen van de politiek voor uitwerking met partners, ambtelijke en bestuurlijke afstemming, samenwerking en gezamenlijke uitvoering – inclusief toewijzing van menskracht en middelen. Deze manier van werken draagt bij aan draagvlak en realisatiekracht.
Dit vraagt om een meer resultaatgerichte sturende rol vanuit de directie, en andere vaardigheden van het management en op medewerkersniveau een versterking van ambtelijk vakmanschap. Het is een meerjarig traject dat het strategisch vermogen vergroot, professionaliteit en innovatiekracht versterkt, en kwetsbaarheid op sleutelfuncties vermindert.