III. Samenstelling college van Gedeputeerde Staten
De samenstelling van het college (inclusief bijbehorende portefeuille) is als volgt:
Naam | Portefeuille |
---|---|
Dhr. A.J. (Arjen) Gerritsen Commissaris van de Koning | Voorzitter Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten en lid van de Kring van commissarissen van de Koning met in portefeuille: Rijkstaken, Burgemeesterszaken, Aangelegenheden Koninklijk Huis, Koninklijke onderscheidingen en predicaten, Integriteit, Bemiddelingsverzoeken, Bezwaar en beroep, Openbare orde en veiligheid, Ondermijning, Veiligheid/Crisisbeheersing, Veiligheidsregio Flevoland, Coördinatie interbestuurlijk toezicht (IBT), Archiefinspectie, Lobby & Communicatie, P&O (inclusief Bestuurlijke adviescommissie werkgeverszaken), Participatie en Portefeuillehouder Bestuurlijke Contact Groep 'Samen maken we Flevoland' en Bestuur MRA. |
Dhr. J. (Jan) Klopman | Gedeputeerde met in portefeuille: Landbouw (Agrofood en Landbouw meerdere smaken), Visserij, Maritieme strategie (Flevokust haven, Kornwerderzand en Conference of Peripheral Maritime Regions), Provinciaal Programma Landelijk gebied (PPLG), Coördinerend portefeuillehouder Stikstof, Vitaal Platteland (Fonds vitaal Platteland), Lelystad Airport incl. OMALA, ICT en digitale zaken (waaronder digitalisering), Europa (Comité van de Regio's, vertegenwoordiger EU-netwerken en Huis Nederlandse Provincies), Het Flevolands Archief en IPO Bestuurlijke adviescommissie Landelijk Gebied (Hulpstructuur NPLG). |
Mevr. E.T.M. (Ellentrees) Müller | Gedeputeerde met in portefeuille: Ruimtelijke Ordening (Inpassing nieuwe ontwikkelingen / coördinatie Rol in de Ruimte, Wonen, Landschap en Verhaal van Flevoland (landschapsvisie)), Omgevingsvisie (Omgevingswet, Ruimte voor initiatief en Opgavegericht werken), Mobiliteit en OV (Openbaar vervoer, inclusief spoor, Verkeersveiligheid, IJsseldelta Zuid, Smart mobility en Mobiliteits & Infrastructuur Test Centrum (MITC)), Infrastructuur, Fonds Verstedelijking Almere (Programmalijn 5: Vernieuwend Wonen) en IPO Bestuurlijke adviescommissies: Ruimte en Leefomgeving en Infrastructuur en Bereikbaarheid. |
Dhr. A.J.A. (Toon) van Dijk | Gedeputeerde met in portefeuille: Economie (Ruimtelijk-economisch beleid, Topsectoren en mkb, Werklocaties, Horizon, Lelystad Airport Businesspark, OMALA, EFRO en Interreg), Human Capital Agenda (Hoger onderwijs), Almere 2.0 (RRAAM, Schaalsprong Almere, Handelingsperspectief Almere), Fonds Verstedelijking Almere (Coördinerend portefeuillehouder, Programmalijn 1: Hart van de Stad, Programmalijn 2: Leer- en werkomgeving, Programmalijn 3: Circulaire economie en energie), Lelystad Next level, Algemene Vergadering Metropoolregio Amsterdam, Coördinatie regio Zwolle, Coördinatie regio EHPZ, Facilitaire zaken en Inkoop en aanbesteding en IPO Bestuurlijke adviescommissie Economie & Cultuur. |
Dhr. H.J. (Harold) Hofstra | Gedeputeerde met in portefeuille: Natuur (Nationaal Park Nieuw Land, Natuurbeheer (inclusief Natura 2000), Natuurontwikkeling Oostvaardersoevers, Afronding Nieuwe Natuur) Gemeenschappelijk landbouwbeleid en Plattelandsontwikkeling (POP3), Milieu (Vergunningsverlening, toezicht en handhaving (inclusief regelgeving/toezicht experiment kringlooplandbouw) |
Dhr. J.N. (Sjaak) Simonse | Gedeputeerde met in portefeuille: Bodem & Water (Drinkwaterbescherming, Kaderrichtlijn Water, Kaderstelling Waterschap, Markermeer-IJmeer en Bestuurlijk platform IJsselmeergebied, Actieplan bodem en water en IBT Waterschap Zuiderzeeland), Vitale samenleving (Gezondheid en zorg en Fonds Krachtige samenleving), Kwaliteit openbaar bestuur (Bestuurlijke zaken, Bestuur Interprovinciaal Overleg (IPO)), Klimaat (Coördinatie klimaatakkoord en Klimaat adaptatie Flevoland (KAF)), Afvalzorg, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland en Cultuur en erfgoed (Musea, Landschapskunst en Verhaal van Flevoland (cultuur)) en IPO bestuurlijke adviescommissies: Ruimte en Leefomgeving, Klimaat & Energie, Financiën en Openbaar Bestuur en Regionale Economie & Cultuur. |
Dhr. D.J. (Hans) Tijl | Provinciesecretaris/algemeen directeur. |
Gedeputeerde Staten van Flevoland verrichten naast hun bestuurlijke functie een aantal nevenfuncties. Zie voor een volledig overzicht: www.flevoland.nl.
IV. Leeswijzer
Doelstelling programmabegroting
De programmabegroting is een belangrijk instrument voor Provinciale Staten (PS). Hierin worden de keuzes vastgelegd voor de inzet van de financiële middelen die de provincie ter beschikking staan. Deze keuzes worden op grond van het budgetrecht door PS gemaakt. De keuzes houden verband met de doelstellingen en resultaten van de provincie. De programmabegroting is daarmee een belangrijk instrument om inhoud te geven aan de kaderstellende rol van PS.
Plaats programmabegroting in de planning en control cyclus
In de programmabegroting wordt vastgelegd wat de provincie wil bereiken, wat daarvoor wordt gedaan en welke financiële middelen daarvoor beschikbaar worden gesteld. Dit document wordt door PS vastgesteld. In de productenraming , die door GS wordt vastgesteld, is een nadere detaillering van de geraamde budgetten opgenomen.
Tussentijds kunnen plannen worden bijgesteld aan actuele ontwikkelingen. Dat kan als onderdeel van de reguliere planning en control cyclus gebeuren via de perspectiefnota (PN) en de zomernota (ZN) , maar ook incidenteel op basis van door PS en GS genomen besluiten. Deze bijstellingen krijgen hun financieel beslag via begrotingswijzigingen die door PS worden vastgesteld (of in mandaat door GS, volgens de financiële verordening). In 2025 is een perspectiefnota opgesteld. Structurele mutaties vanuit de Perspectiefnota 2026-2029 zijn verwerkt voor zover deze voldoende concreet zijn (zie tabel 1.11 in onderdeel IV van deze begroting).
In de jaarstukken wordt eindverantwoording afgelegd over de uitvoering van de ambities, zoals verwoord in de programmabegroting en eventueel bijgesteld bij de perspectief- en zomernota of separate voorstellen. Er wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en er wordt verantwoording afgelegd over daarvoor uitgevoerde resultaten en de inzet van financiële middelen. Dit document vormt de basis voor de controlerende rol van PS.
Structuur programmabegroting
De structuur van de programmabegroting wordt bepaald door wettelijke en niet-wettelijke vormeisen.
Wettelijke vormeisen: het BBV
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bevat vormeisen voor de programmabegroting. Deze dient de volgende onderdelen te bevatten:
- het programmaplan , waarin per beleidsprogramma expliciet wordt ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop zal worden getracht deze te verwezenlijken en de betrokkenheid van de verbonden partijen hierbij. Het geheel wordt gecompleteerd met de raming van de baten en lasten. Een programma is een samenhangend geheel van resultaten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Ook zijn in het programmaplan de verplicht voorgeschreven BBV-beleidsindicatoren opgenomen;
- de paragrafen , bedoeld als nadere toelichting op onderwerpen die van wezenlijk belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Zij geven de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen weer. De wettelijk verplichte paragrafen zijn: Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering, Bedrijfsvoering, Verbonden partijen Grondbeleid en Woo. Daarnaast kan besloten worden om additionele paragrafen op te nemen, hier is vooralsnog geen gebruik van gemaakt;
- een overzicht van baten en lasten , dat alle baten en lasten van de in het programmaplan opgenomen resultaten bevat, ter ondersteuning van de autorisatiefunctie van PS;
- een uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting daarop , waarin speciale aandacht wordt geschonken aan investeringen, financiering, reserves en voorzieningen;
- de bijlage met het overzicht van de geraamde lasten en baten per taakveld en de specificatie van incidentele lasten en baten .
De drie laatste onderdelen vormen samen de Financiële begroting. Deze ondersteunt niet alleen de autorisatiefunctie van PS, maar vormt ook de basis voor de verantwoording na afloop van het boekjaar (inclusief de controle van het getrouwe beeld van de jaarrekening door de externe accountant).
Niet-wettelijke vormeisen
Ieder hoofdstuk uit het programmaplan begint met een inleiding met daarin de doelenboom en de indicatoren horende bij het programma. Dit wordt gevolgd door de programmaonderdelen waarbinnen aandacht is voor de doelstellingen en resultaten, zoals deze voortvloeien uit het Coalitieakkoord 2023-2027.
De volledige portefeuilleverdeling van het college is opgenomen in de leeswijzer van de begroting. Om inconsistenties met dit overzicht te voorkomen, maar ook omdat programmaonderdelen (meer dan in voorgaande bestuursperiodes) niet één-op-één aan portefeuillehouders zijn toe te wijzen, zijn de portefeuillehouders niet per programmaonderdeel opgenomen.
Uitwerking in 2026
- In de eerste helft van 2023 is het Coalitieakkoord 2023-2027 'Toekomst voor het nieuwe land; Van, voor en door Flevolanders' opgesteld. De structuur en inhoud (waaronder de doelen en resultaten) van deze begroting sluiten zo goed als mogelijk hierbij aan .
- De kwaliteit en relevantie van de huidige doelen en indicatoren worden regelmatig ter discussie gesteld. Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2024 (op 8 november 2023) hebben PS in een motie GS opgedragen te werken met SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden) geformuleerde doelen in de programmabegroting. Daarnaast is gevraagd om logische indicatoren te verbinden aan de SMART geformuleerde doelen. Zo kunnen PS volgen of en in welke mate de doelen zijn behaald. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2026 is verder invulling gegeven aan deze motie. Anders dan voorgaande jaren zijn de doelen per programmaonderdeel gebundeld opgenomen. Daaronder staan de resultaten die bijdragen aan de realisatie van de daarvoor genoemde doelen. De resultaten kunnen bijdragen aan al deze doelen. Het raamwerk van doelen (doelenboom met de doelen van de Programmabegroting 2025) is daarvoor als basis gebruikt. Daarnaast zijn de indicatoren zijn, evenals bij de Programmabegroting 2025, raadpleegbaar op de website van 'Feitelijk Flevoland'. In de voorliggende begroting is per programma is een link naar dit dashboard toegevoegd: https://feitelijkflevoland.nl/dashboard/dashboard/programmabegroting . Deze aanpak biedt de mogelijkheid aan te sluiten bij doelen en indicatoren van de ‘Monitor Brede Welvaart’ die voor Flevoland in ontwikkeling is. De ‘Beleidsindicatoren BBV’ zijn overigens verplicht voorgeschreven zijn daarom niet aangepast.
- Bij de indicatoren is zoveel mogelijk getracht zinvolle streefcijfers op te nemen. Op deze manier wordt inzichtelijk of de indicatoren zich in de juiste richting ontwikkelen, en of doelstellingen gehaald worden. Streefcijfers zijn echter alleen opgenomen wanneer deze redelijkerwijs onderbouwd en beredeneerd kunnen worden. Bijvoorbeeld doordat ze als doelstelling zijn opgenomen in bestaande programma's, of door bijvoorbeeld vergelijkingen met het landelijk gemiddelde.
- Ook de in de Perspectiefnota 2026-2029 opgenomen voorstellen die in 2026 een bijdrage leveren aan de beoogde maatschappelijke effecten, zijn verwerkt in het programmaplan.
- De stelpost 'Nieuw beleid' bevat de vrij besteedbare middelen (het begrotingssaldo 2026 en volgende jaren). De stelpost (en de diverse oormerken daarbinnen) is ingezet om enkele autonome begrotingseffecten te dekken. Dit overeenkomstig de Perspectiefnota 2026-2029. Daarnaast hebben een aantal zaken - op basis van bestaand beleid - effect gehad op het begrotingssaldo (zie tabel 1.11a onderdeel 'IV Financiële begroting').
- Zoals in de perspectiefnota is beschreven hebben we relevante transitieopgaven als rode draad opgenomen. Daarmee wordt inzicht geboden in de inzet die over de volle breedte op deze grote vraagstukken wordt gepleegd.
- Onderwerpen uit het coalitieakkoord met een structureel begrotingseffect zijn in deze begroting verwerkt, als besteding van deze middelen voldoende concreet is. Onderwerpen met een incidenteel effect, waarvoor al dekking beschikbaar is vanuit bestaande bestemmingsreserves zijn vooralsnog geoormerkt binnen de desbetreffende reserves.
- De stelpost 'Nieuw beleid' bevat de vrij besteedbare middelen (het begrotingssaldo 2026 en volgende jaren). De stelpost (en de diverse oormerken daarbinnen) is ingezet om enkele autonome begrotingseffecten te dekken. Daarnaast heeft een aantal zaken - op basis van bestaand beleid - effect gehad op het begrotingssaldo (zie tabel 1.11a onderdeel 'IV Financiële begroting').
- De budgetten 2026 en verder zijn (waar van toepassing), overeenkomstig de Perspectiefnota 2026-2029, gecompenseerd voor prijsontwikkelingen, ten laste van de daarvoor beschikbare stelpost 'Loon- en prijsontwikkeling'.
Autorisatie programmabegroting
PS hebben een kaderstellende en controlerende rol. In de Provinciewet is opgenomen dat PS de begroting (inclusief programmaplan, paragrafen en financiële begroting) vaststellen. Het financiële autorisatieniveau van de programmabegroting ligt per programmaonderdeel op het totaal van lasten en baten. Dit houdt in dat GS per programmaonderdeel niet meer mogen besteden dan het voor dat onderdeel geraamde totaal van de lasten. Dit bedrag is per programmaonderdeel weergegeven in de programmabegroting. Dit bedrag kan – meestal op grond van een voorstel van GS - via begrotingswijziging door PS worden gewijzigd. Uiteraard dient de besteding te passen binnen de door PS vastgestelde doelen en resultaten. In de jaarrekening verantwoorden wij in hoeverre wij binnen het geautoriseerde bedrag blijven.
Mandaatverlening
Door eerdere besluitvorming van PS zijn er uitzonderingen ontstaan op de algemene lijn zoals hiervoor beschreven. Deze uitzonderingen hebben betrekking op gedelegeerde reserves en gemandateerde begrotingswijzigingen.
1. Gedelegeerde reserves
De provincie beschikt over een aantal reserves. Het beleid ten aanzien van de vorming en besteding van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023' (PS van 13 november 2019). Het besteden van de middelen binnen deze reserves is voorbehouden aan PS. Dit houdt in dat eerst een voorstel aan PS dient te worden voorgelegd, alvorens verplichtingen ten laste van reserves mogen worden aangegaan. Daarnaast is besloten de beslissingsbevoegdheid tot besteding en het aangaan van verplichtingen voor de uitvoeringsreserves en de egalisatiereserves bij GS neer te leggen om de doelmatigheid en slagvaardigheid van de provincie te vergroten. De besteding van deze reserves vindt plaats in overeenstemming met de doelstellingen die PS daarvoor hebben vastgelegd. De hiermee verband houdende gemandateerde begrotingswijzigingen worden via de reguliere procedure ter kennisneming aan PS aangeboden.
2. Specifieke mandaten/delegaten
Naast het algemeen mandaat, zoals hierboven beschreven is er een aantal specifieke mandaten/delegaten
door PS aan het college verleend, te weten enkele oormerken binnen de ‘Brede Bestemmingsreserve’ en de
stelpost ‘Nieuw Beleid’, die gemandateerd zijn aan het college. Bij de vaststelling van de Programmabegroting
2018 - op 8 november 2017 -hebben PS mandaat verleend aan GS om specifieke begrotingswijzigingen vast te
stellen die nodig zijn om projecten in uitvoering te nemen. Daartoe zijn in de ‘Brede Bestemmingsreserve’ en de stelpost ‘Nieuw Beleid’ bedragen geoormerkt. Aanvullend zijn bij de Najaarsnota 2020 ook dergelijke besluiten genomen.
3. Gemandateerde begrotingswijzigingen
PS hebben – via de 'Financiële verordening provincie Flevoland 2024' – het college gemandateerd om de onderstaande begrotingswijzigingen door te voeren. Dit heeft tot doel om het aantal begrotingsmutaties dat in de loop van een begrotingsjaar via een begrotingswijziging ter vaststelling aan PS wordt voorgelegd, te verlagen. In veel gevallen gaat het om technische (detail)wijzigingen of wijzigingen waarbij de provincie geen beïnvloedingsmogelijkheden heeft. Het gaat daarbij om de volgende typen wijzigingen:
- doorgeven bijdragen van derden met specifiek doel;
- al genomen Statenbesluiten;
- gedelegeerde onttrekkingen aan reserves (zie hierboven);
- begrotingsvoordelen uit lagere uitgaven en/of hogere inkomsten.
Om PS volledig op de hoogte te stellen van de gemandateerde begrotingswijzigingen, stellen wij haar van gemandateerde wijzigingen in kennis (via de besluitenlijst). Door middel van een kwartaalrapportage (vanuit GS) heeft PS per kwartaal inzicht in deze begrotingswijzigingen.
Peildatum
De Programmabegroting 2026 kent als peildatum 17 juli 2025 (vaststelling Zomernota 2025). Dit houdt in dat in de ramingen rekening is gehouden met de structurele financiële doorwerking van alle besluiten van PS die tot en met die datum vastgesteld zijn, inclusief de Perspectiefnota 2026-2029 en de Zomernota 2025. Ook is in de ramingen rekening gehouden met de volgende zaken:
- effecten van de Meicirculaire 2025;
- effecten van het Voertuigenoverzicht Motorrijtuigenbelasting (MRB) per 1 juli 2025;
- actualisatie van de benodigde stelpost voor loon- en prijsontwikkeling;
- resultaatbestemming Jaarstukken 2024;
- overige autonome ontwikkelingen voor zover bekend;
- de effecten uit het Coalitieakkoord 2023-2027.
In afwijking op bovenstaande uitgangspunt en peildatum hebben we in deze begroting een voorschot genomen op de septembercirculaire 2025. Gedurende de zomer hebben het IPO, het ministerie van BZK en de belastingdienst gezamenlijk gewerkt aan de verbetering van de informatievoorziening aan provincies (over de belastingcapaciteit) en de uitwerking van enkele onderwerpen die de financiële positie van de twaalf provincies sterk beïnvloeden. Het gaat daarbij om de uitwerking van belasting- en compensatiemaatregelen ten aanzien van de MRB (uit eerdere belastingplannen) en de verwerking van de tussenoplossing inzake de herijking van het provinciefonds. De vooruitzichten voor provincie Flevoland zijn ten opzichte van de laatste perspectiefnota verbeterd.
Verklaring verschillen per programmaonderdeel
Bij de toelichting op de middelen geven wij volgens de vereisten in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) – als van toepassing - een verklaring bij het verschil tussen de nieuwe begrotingsraming en het financieel kader. Volgens de bestendige gedragslijn zijn alle verschillen groter dan
€ 100.000 van een verklaring voorzien. Hiermee krijgen PS inzicht in de aard en achtergrond van wijzigingen die in deze begroting zijn doorgevoerd. Door afronding in duizendtallen kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan in en tussen de verschillende tabellen.
V. Transitieopgaven
Als samenleving staan we voor een aantal transitieopgaven: woningbouw & brede welvaart , landelijk gebied , energie en digitalisering en digitale economie . Deze opgaven komen voort uit Europese en nationale afspraken, en vormen het kader voor onze reguliere beleidstaken. Alle bestuurslagen moeten bijdragen aan het realiseren van de doelen die voortvloeien uit de transitieopgaven. Dat is vastgesteld in nationaal en internationaal beleid, maar er is ook ruimte voor de eigen provinciale inkleuring en de verbinding van regionale belangen. De opgaven zijn niet los van elkaar te zien en we moeten ze ook in samenhang oppakken. Het kenmerk van de transitieopgaven is dat er geen meerjarige routekaart is, die ons bij het einddoel brengt. Die route bepalen we samen met de Flevolandse inwoners, ondernemers en overheden.
De Flevolanders staan centraal in de opgaven. We maken nu keuzes voor het Flevoland van de toekomst. De vraag is dan ook: hoe ziet het Flevoland van de toekomst eruit? Vanuit dat perspectief moeten we keuzes maken voor de instrumenten die komende jaren worden ingezet .