1.2 Grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd
De baten, lasten en financiële positie voor de periode 2026-2029 zijn geraamd op basis van de grondslagen in tabel 1.12.
Tabel 1.12: Rekenvariabelen
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Loon- en prijsontwikkelingen (bron: CEP): | ||||
* Goederen en diensten (inkoop) | 2,9% | 2,1% | 2,2% | 2,2% |
* Subsidies (instellingen) o.b.v. gemiddelden | 5,1% | 1,9% | 4,5% | 3,8% |
* Salarissen | 3,1% | 1,8% | 5,1% | 4,6% |
Rente (gemiddelden): | ||||
* Uitzettingen (schatkistbankieren) | 1,65% | 1,65% | 1,65% | 1,65% |
* Uitzettingen (leningen gemeenten) | 0,41% | nihil | nihil | nihil |
* Uitzettingen (leningen uit publieke taak) | 0,04% | 0,04% | 0,04% | 0,04% |
Overige: | ||||
* Indexering MRB | 1% | 1% | 1% | 1% |
* Voertuigbestand voor MRB | juli 2025 | juli 2025 | juli 2025 | juli 2025 |
* Circulaire provinciefonds | mei 2025 | mei 2025 | mei 2025 | mei 2025 |
De loon- en prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2025 van het Centraal Planbureau (CPB).
De ramingen (percentages) voor de jaren 2026-2029 zijn als volgt tot stand gekomen:
- Voor goederen en diensten op basis van de IMOC;
- Voor salarissen op basis van de prijsoverheidsconsumptie: beloning werknemers (CAO loopt tot en met 2026;
- Voor subsidies 1/3 op basis van de IMOC en voor 2/3 op basis van beloning werknemers.
Voor prijsstijgingen in latere jaren is een stelpost 'Loon- en prijsontwikkelingen' opgenomen.