Begroting

Uiteenzetting financiële positie

2.1 Uitgangspunten voor de Programmabegroting 2026

De basis voor de Programmabegroting 2026 is het financieel perspectief zoals gepresenteerd in de
Perspectiefnota 2026-2029, aangevuld met eventuele effecten van aangenomen moties en amendementen
tijdens de behandeling van de Perspectiefnota 2026-2029 door PS op 18 juni jl. Daarbij zijn zeven moties aangenomen, zie bijlage A. van deze programmabegroting. Autonome ontwikkelingen zijn in deze begroting zichtbaar verwerkt en van een nadere toelichting voorzien (als > € 100.000). Dit betreft onder andere de actualisatie van de ramingen voor de uitkering provinciefonds en opcenten MRB.

De structurele effecten van de herverdeling provinciefonds zijn nog niet bekend. Vlak voor het zomerreces hebben we u over een tussenstap geïnformeerd. In deze begroting hebben we de afgesproken kortingen uit deze tussenstap voor de jaren 2026 en 2027 incidenteel verwerkt en kunnen opvangen. Dat kan doordat we, anders dan in voorgaande jaren, (op basis van tusseninformatie van het IPO en BZK) een voorschot nemen op de septembercirculaire 2025. Gedurende de zomer hebben het IPO, het ministerie van BZK en de belastingdienst gezamenlijk gewerkt aan de verbetering van de informatievoorziening aan provincies (over de belastingcapaciteit) en de uitwerking van enkele onderwerpen die de financiële positie van de twaalf provincies sterk beïnvloeden. Het gaat daarbij om de uitwerking van belasting- en compensatiemaatregelen ten aanzien van de MRB (uit eerdere belastingplannen) en de verwerking van de tussenoplossing inzake de herijking van het provinciefonds.
De vooruitzichten voor Flevoland zijn ten opzichte van de laatste perspectiefnota verbeterd. Ook het meerjarenperspectief. De voorziene onttrekkingen aan de algemene reserve zijn geëlimineerd. In afwachting op de uitkomsten van aanvullende onderzoeken die voor de zomer 2026 moeten zijn afgerond en een plek moeten krijgen in een nieuw verdeelmodel voor het provinciefonds, stellen we voor om  middelen toe te voegen aan de stelpost voor (onzekerheden in) de nieuwe bestuursperiode.

Daarnaast zijn de structurele financiële effecten van het Coalitieakkoord 2023-2027 in deze begroting verwerkt. Volgens vigerend beleid zijn begrotingsmutaties die ten laste of ten gunste van de begrotingsruimte komen verrekend met de stelpost 'Nieuw Beleid'.

Nieuwe inzichten 2026-2029

De volgende nieuwe inzichten zijn verwerkt in de begroting:

Autonome ontwikkelingen
Het is gebruikelijk dat in de perspectiefnota het financieel perspectief voor de eerstvolgende begroting wordt geschetst. Hierin worden onder andere autonome ontwikkelingen verwerkt, bijvoorbeeld de actualisatie van het provinciefonds op basis van de laatste circulaire en de bijstelling van de opcenten MRB op basis van een actueel voertuigbestand. Daarnaast kunnen autonome ontwikkelingen zijn opgenomen die bijvoorbeeld het gevolg van zijn van wijzigingen in kasritmen van grote projecten of onvermijdelijke lasten als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving. Deze perspectiefnota vormt dan de basis voor de later dat jaar op te stellen programmabegroting.

Verwerking Perspectiefnota 2026-2029
De Perspectiefnota 2026-2029 bestaat uit richtinggevende voorstellen die mede afhankelijk van de uitkomsten van de Algemene Beschouwingen nader zijn uitgewerkt en verwerkt zijn in de Programmabegroting 2026. Dekking van deze voorstellen vindt plaats vanuit de vrije ruimte in de stelpost Nieuw Beleid of het ongeoormerkte deel van de 'Brede Bestemmingsreserve'.
Zie hiervoor de verschillenanalyses (onderdeel 'middelen') van de desbetreffende programmaonderdelen, waar de verschillen > € 100.000 van een nadere toelichting zijn voorzien. Het totale effect van deze mutaties op het begrotingssaldo 2026 bedraagt € 1,8 mln. nadelig (zie detail verloopoverzicht 'Nieuw Beleid' in tabel 1.11).

Coalitieakkoord 2023-2027
Na de Statenverkiezingen van maart 2023 heeft zich een nieuwe coalitie gevormd. In het Coalitieakkoord 2023 - 2027 zijn de ambities voor de komende bestuursperiode verwoord. De structurele mutaties uit het coalitieakkoord zijn verwerkt in deze begroting. Een aantal van deze onderwerpen behoeven nog nadere uitwerking en/of besluitvorming en zijn daarom vooralsnog geoormerkt in de stelpost 'Nieuw Beleid' opgenomen.

De incidentele mutaties waarvoor al bestaande dekking aanwezig is, zijn verwerkt door middel van een oormerk in de desbetreffende bestemmingsreserves, danwel in de daartoe ingestelde reserve 'Uitvoering Coalitieakkoord 2023-2027'. De overige voorstellen zullen bij de eerstvolgende perspectiefnota worden betrokken, dan wel via een separaat Statenvoorstel worden voorgelegd.

Begrotingseffecten nieuwe inzichten
In paragraaf 1.1 is een totaaloverzicht opgenomen van het verloop van de stelpost 'Nieuw Beleid'. Deze stelpost is gewijzigd als gevolg van het verwerken van autonome ontwikkelingen en de structurele mutaties uit het coalitieakkoord (zie hiervoor). Daarnaast zijn er ontwikkelingen en nieuwe inzichten die zijn ontstaan bij het opstellen van de Programmabegroting 2026. Voor zover deze geen relatie hebben met bestaande reserves zijn deze van invloed op het financieel perspectief. Dit zijn in de meeste gevallen effecten die voortvloeien uit bestaand beleid en van technische aard zijn, maar die wel effect hebben op de begrotingsruimte en/of aanwezige stelposten. Deze mutaties zijn bij de verschillenanalyse van de desbetreffende programmaonderdelen van een toelichting voorzien (als > € 100.000). De niet resultaat neutrale begrotingsmutaties zijn daarbij volgens vigerend beleid ten laste of ten gunste van de stelpost 'Nieuw Beleid' gebracht. Per saldo is het effect van deze begrotingsmutaties € 7,4 mln. voordelig (zie detail verloopoverzicht 'Nieuw Beleid' in hoofdstuk 1.1).

Eindbeeld

Op basis van de hiervoor genoemde ontwikkelingen kan worden geconcludeerd dat we een sluitende Programmabegroting 2026 kunnen presenteren. Ook de Meerjarenraming 2027-2029 is sluitend.

Deze pagina is gebouwd op 10/07/2025 15:30:36 met de export van 10/07/2025 15:27:36